Plantinstructies van Bijzonder-Buiten:
Met deze instructies heeft u de meeste zekerheid op het goed aanslaan en groeien van de door u aangekochte planten. Helaas kan het voorkomen dat zelfs bij het exact opvolgen van instructies de plant(en) niet wil groeien.
Sommige planten zijn erg kieskeurig en stellen specifieke eisen aan soort grond, voeding en hoeveelheid water, zelfs een ervaren hovenier wordt nog wel eens verrast (al dan niet door de invloeden van het (extremere) klimaat).
Voordat u gaat planten:
1 - Bodemgesteldheid:
De bodem/aarde/grond is het belangrijkste onderdeel dit is luchtige, onkruidvrije grond met voldoende voeding en de juiste structuur en ph waarde.
1a Luchtheid:
De wortels van planten ademen en in de grond kunnen obstakels of harde lagen zitten. Voor wortels is het heel lastig hier doorheen te groeien. Hierdoor kan regenwater niet goed weg, met veel problemen tot gevolg zoals wortels die verstikken en gaan rotten.
LET OP: Vooral in nieuwbouwwijken of na een verbouwing kan de grond flink verstoord zijn. Maak de grond daarom vooraf goed los door deze minimaal 50cm diep om te spitten (vaak ook nog dieper, alle harde en/of storende lagen moeten doorbroken zijn). Enkel de bovengrond frezen of omwoelen is onvoldoende. Het verschil hiervan is echt groot, het is de moeite meer dan waard en je kunt er nu toch makkelijk bij.
1b - Voeding:
Naast het bovenstaande moet de grond onderdeel zijn van een goede voedingsbodem. Gelukkig hebben we daar de natuur voor en is dit een samenwerking. Om de grond goed los te houden is het belangrijk organisch materiaal toe te voegen aan de bodem. En dit organische materiaal zorgt samen met het bodemleven voor een voedzame goede bodem voor uw planten. Het bodemleven in uw tuin zorgt ervoor dat de grond ook mooi los blijft en dat er voeding vrijkomt voor de wortels. Bij het losmaken van de grond is het dus goed daar tegelijkertijd een flinke hoeveelheid organisch materiaal doorheen te werken. Dit kan compost zijn of eventueel siertuinbemesting. Om dit op peil te houden is goed om het jaar of om de twee jaar een laag van compost (mulch) op de grond aan te brengen (winter periode).
1c - Grondverbetering:
Sommige planten hebben specifieke bodemwensen wanneer die niet aanwezig is kan met een grondverbeteraar deze te realiseren zijn. Grondverbeteraars zorgen bijvoorbeeld voor de juiste PH waarde (zuurgraad) en voedingsniveau. Dit moet dan periodiek worden gecontroleerd en indien nodig herhaalt.
2 - Wanneer kunt u planten?
In principe kunt u het hele jaar aanplanten maar niet met extreme hitte/droogte/nattigheid/vorst. Voor velen is het een verassing maar de winter is een ideale planttijd voor bijna alle planten. Eenmaal aangeplant zijn de meeste planten prima bestand tegen de meest strenge vorst. (het is in een aantal gevallen ook belangrijk hoe de plant is geweekt, wat de beste aanplant periode is) Bij sommige soorten is het verstandig om te wachten tot het voorjaar. Onze planten zijn online voorzien van aanplant en standplaats informatie.
2a - In pot:
Als de plant in pot zijn gekweekt dan zijn deze het hele jaar door aan te planten.
2b - Blote wortel:
Planten met blote wortel of met kluit zijn alleen te planten in het najaar en de winter (van november tot begin april).
2c - Seizoensgebonden planten:
Zomerbloeiers of kuipplanten kunnen niet tegen (nacht)vorst en zijn te planten vanaf eind april/begin mei.
Bolgewassen kunnen in het najaar (voorjaarsbloeiers) of voorjaar (zomerbloeiers) geplant worden.
3 - Aanplanten
3a - Grassen, bodembedekkers en overige vaste planten:
- - Alle stappen uit onderdeel 1 zijn toegepast/voorbereid.
- - Zet de planten uit op de gewenste locatie.
- - Verwijder de plastic potjes.
- - Als de kluit droog aanvoelt , kort dompelen in een emmer water.
- - Maak een plantgat ter groote van de pot.
- - Zet de plant in het gat (niet dieper dan de bovekant van de pot!)
- - Druk de grond stevig aan met uw handen.
- - Werk de grond aan en bij droogte water geven.
3b - Heesters en klimplanten:
- - Alle stappen uit onderdeel 1 zijn toegepast/voorbereid.
- - Zet de planten uit op de gewenste locatie en zet de meest mooie kant in het zicht.
- - Verwijder de plastic pot.
- - Als de kluit droog aanvoelt, kort dompelen in een emmer water.
- - Vermeng indien nodig, grondverbeteraar door de zojuist uitgegraven grond.
- - Neem 5-10 liter tuinturf (enkel voor zuurminnende planten) / aanplantgrond per struik, afhankelijk van het formaat.
- - Zet de plant in het gat en vul aan met de gemengde grond.
- - Zet de plant recht en druk de grond met je voet stevig aan.
- - Werk der grond rondom aan en bij droogte water geven.
3c - Bomen en leibomen:
- - Alle stappen uit onderdeel 1 zijn toegepast/voorbereid.
- - Graaf een ruim plantgat, iets breder en dieper dan de kluit.
- - Als de kluit droog aanvoelt, kort dompelen of ruim bewateren.
- - Meng in het plantgat de grond met aanplantgrond voor een goede start.
- - Plaats de boom in het plantgat en vergeet niet naar de vorm van de boom kijken, zet de meest attractieve kant in het zicht.
- - Leibomen hebben vrijwel altijd een frame, dit frame is de "achterzijde" van de boom, meestal plaatsen we deze zijde richting het huis of erf-afscheiding.
- - Zorg ervoor dat de bovenzijde van de kluit gelijk is met de rest van de omgeving, te diep planten geeft risico op problemen.
- - Indien nodig kan nu de boompaal worden geplaatst:
- - Maak met een grondboor een gat aan de west kant tegen de kluit.
- - Zorg dat de paal voor minimaal 1/3 in de grond staat, boor niet te diep zodat je de paal tot de juiste hoogte in -de grond kunt slaan.
- - Vul het gat met de gemengde grond aan.
- - Zorg dat de boom mooi recht staat en druk de grond met uw voet goed aan.
- - Bevestig nu de boom aan de boompaal met onze boomband.
- - Werk de grond rondom aan en maak een redelijke grondwal rondom te boom.
- - Laat het gedeelte binnen deze wal goed vol lopen met water en doe dit regelmatig bij droogte.
- - Een boom met blad vraagt om meer water omdat de boom via het blad veel water verdampt.
3d - Hagen (blote wortel):
- - Alle stappen uit onderdeel 1 zijn toegepast/voorbereid.
- - Bepaal de plaats van de haag en zet deze uit met behulp van een touw of koord.
- - Zet de haag nooit tegen een rand van bestrating of andere objecten: houd voor lage hagen minimaal 10 cm en voor -hoge hagen minimaal 20cm aan.
- - Steek de grond uit langs het strak gespannen koord, zodat na het graven van de geul een strakke rechte lijn is ontstaan.
- - Graaf de plantgeul wat verder uit en leg de grond aan de rand. Maak de geul net zo diep als de wortels van de haagplanten lang zijn. Maak ook de grond onderin wat los.
- - Als de wortels droog zijn dan deze even dompelen in een emmer water (eventueel met mycorrhiza)
- - Verdeel de haagplanten naast het koord daar waar recht afgestoken is.
- - Strooi indien nodig de aanplantgrond uit over de grond die uit de geul gekomen is (10 liter per lengte meter haag)
- - Het planten doe je best met 2 personen de een houdt de plant vast op juiste hoogte en afstand en tegen de vlak uitgestoken zijde van de grond. De ander kan de grond zover aanvullen dat de grond tegen de wortels zit en de plant zelfstandig kan staan, herhaal dit voor de rest van de haagplanten.
- - Vul daarna de sleuf met de overgebleven grond.
- - Druk dan de grond met de hak van je voet goed aan en zorg dat planten netjes rechtop staan, tijdens het aandrukken kun je nog prima corrigeren.
- - Werk de grond aan en geef water bij droogte.
- - Knip de haag indien nodig al wat bij.
4 - Welke nazorg is nodig?
In de eerste periode (enkele jaren) na het planten is het belangrijk om de groei voldoende in de gaten te houden. Simpel weg omdat de wortels nog niet diep genoeg zitten om wat zelfstandiger te zijn als het gaat om vocht, dan ligt verdroging op de loer. Zorg voor voldoende bewatering, vooral in de periode april tot oktober. is dit erg belangrijk. Bijzonder-Buiten levert indien gewenst ook druppelslangen (voor boven en onder de grond, zo is het nog efficienter bewateren.)